Na de dood van Bet in 1967 zette Greet de zaak voort. Maar niet van harte in het begin. Ze zag op tegen de taak. Tot 1982, toen ze het café, door de drugsoverlast op de Zeedijk, sloot, heeft ze 15 jaar behoorlijk succesvol de eer hoog gehouden. Greet trok ook haar eigen publiek. En ze kon entertainen. Ze kon ook geweldig verhalen vertellen. Beroemd is haar act “Pikketanussie”, waarbij ze tijdens het lied speelde met een houten monnik die in een ton een enorme houten piemel verborg… Die doopte ze in een biertje tot algemeen genoegen. Greet kon ook zingen. Heel oude smartlappen wist ze woordelijk te vertolken.
After Bet’s death in 1967 Greet continued the bar. With heavy heart at first. She dreaded the task. Until the closure of the bar in 1982 due to drug problems in the area she had a successful period of 15 years of running the place. Greet drew her own crowd. She also was an entertainer. She was a great storyteller. Her act singing a “Pikketanussie” while playing with a wooden monk that was ‘dressed’ in a wooden barrel, hiding his enormous penis, which would be revealed and dipped into a beer was hilarious. She could sing too. She knew very old Amsterdam folk songs by heart.